Misschien is het jullie ook opgevallen tijdens de Olympische spelen, dat sporters in het interview na een wedstrijd vooral benadrukken dat ze wel of niet hun beste wedstrijd hebben kunnen laten zien. Dus niet of ze een doel (winst, verlies, scores) bereikt hebben. Veel, niet allen, vervolgden dan ook met dat de volgende wedstrijd dat weer of wel moet gaan gebeuren. Het leek dus te gaan om je best doen, wat natuurlijk goed past bij een evenement waar deelnemen belangrijker dan winnen is. Toch wonnen ze ondertussen erg veel.
Ook chef de mission Pieter van de Hoogeband vertelde (op 2:58 in het interview) vooraf dat de spelen voor hem een persoonlijk succes zouden zijn als zijn kinderen geënthousiasmeerd zouden zijn na afloop, naast het sportieve doel van het NOC dat Nederland in de top 10 van het landenklassement zou eindigen. Dat laatste is gelukt. Mijn theorie is dat door de nadruk op je beste race of wedstrijd laten zien en succes in ‘zachte’ doelen te formuleren, de ‘harde doelen’ zoals top 10 of een medaille gehaald konden worden. Ik geloof namelijk niet dat scherpe en duidelijke doelen stellen (altijd) tot succes leidt. Integendeel zelfs.
Er is ook psychologisch onderzoek dat mijn stelling ondersteunt, maar ik geef toe dat ikzelf niet echt een uitgebreide review van de literatuur heb gedaan. Swann en nogal wat anderen hebben dat wel gedaan en schrijven:
“our review suggests that the SMART acronym: is not based on scientific theory; is not consistent with empirical evidence; does not consider what type of goal is set; is not applied consistently; is lacking detailed guidance; has redundancy in its criteria; is not being used as originally intended; and has a risk of potentially harmful effects.”
(Swann, C., Jackman, P. C., Lawrence, A., Hawkins, R. M., Goddard, S. G., Williamson, O., Schweickle, M. J., Vella, S. A., Rosenbaum, S., & Ekkekakis, P. (2022). The (over)use of SMART goals for physical activity promotion: A narrative review and critique. Health Psychology Review, 1–16. https://doi.org/10.1080/17437199.2021.2023608)
Elders op deze site betoogde ik al dat achter doelen beweegredenen schuilen. Het is het ontdekken van die beweegredenen en expliciet maken dat een atleet in beweging krijgt en houdt. De vraag die dan nog open staat: wanneer kun je dan spreken van een succes? Is alleen het uitlopen van die eerste triathlon, dus eigenlijk het wegnemen van de beweegreden, te benoemen als succes van het trainingsprogramma? Of is het enthousiaster worden om nog meer triathlons te doen dat? En andersom, als je het na één marathon wel gezien hebt met het hardlopen, was het dan wel of niet een succes?
Succes ervaren is iets anders dan doelen halen. Meeste duursporters weten dat al wel. Als je aan het begin van het seizoen het doel formuleert in de top 10 te eindigen (zoals ik), dan baal je toch een beetje als er maar 29 meedoen in je categorie. Ik weet het, scherper geformuleerd zou dan zijn: bij de bovenste x% eindigen, maar dan nog. Bij een Ironman doen al gauw meer dan 2000 atleten mee, bij de top 200 is dan nog steeds een doel waar je, achteraf, niet veel aan beleeft. Hoe mooi en knap dat ook is.
Interessanter is te reflecteren op wanneer ik een deelname als een succes ga ervaren. Eigenlijk vooruit reflecteren. Preflecteren.
Maar laat ik eerst eens terugkijken, om daarna vooruit te kijken. Hieronder heb ik al mijn groene bananen (grote beweegredenen) van de afgelopen zes jaar onder elkaar gezet en daarvan het waarom ingevuld, het resultaat en waarom het wel of niet een succes was.
Jaartal | Groene Banaan en waarom? | Resultaat | Succeservaring |
2018 | Halve Walchsee, uitdaging van mijn broer | Sneller dan mijn broer in 5:30:06 | Het gevoel: dit kan ik (beter dan korte afstand en mijn broer) |
2019 | Hele Almere, want na een halve komt een hele. | Gefinisht in 11:07:49 (nog steeds mijn pr) | Ik kan van de duur genieten en kan door dipjes heenkomen |
2020 | Long course Weekend (corona) | Gefinisht in 10:08:20 | Je minder inhouden bij begin van het lopen maakt niet veel uit in tijd. |
2021 | Embrunman | DNF | Uitvallen met een goed gevoel (een paar dagen later) |
2022 | ICONXTRI | DNF | Mooiste race ooit. |
2023 | Open Lakes Belgium | Gefinisht in 12:16:21 | Door mezelf te overschatten word ik slordig, maar lukt het dus toch. |
Dan nu het preflecteren. Een van mijn favoriete duursportcoaches, Matt Fitzgerald van 8020-endurance en vele boeken, geeft het volgende advies:
Sit down and write out a few sentences about what it means to compete as the best version of yourself. Commit these words to memory and then lean on them when the going gets tough on race day.
Ik kan meer dan ik denk, ben ook competitief, maar wijs en ervaren. Ik kan genieten van zowel het afzien als mee doen met de race. Ze sluiten elkaar niet uit.
Het trainen voor Ironman Cascais deze zomer lukte al op bovenstaande manier. Nu de race nog. De tip van Matt voor tijdens de race is:
Focus on your effort, your attitude, and your judgment, and let the final result take care of itself.
Akkoord, Matt, dat zal ik doen.
En ik zal dus ook de Bananencyclus, waarmee je jezelf in beweging houdt, met deze inzichten aanpassen, voor zover ze er nog niet inzitten. Daar hoort dan ook nog de laatste aanwijzing bij:
When posting your workouts on Strava, devote some space to analyzing your decision-making. Note what you did well and call out your mistakes. This sort of reflection goes a long way toward improving decision-making over time.
(https://stories.strava.com/articles/keys-executing-your-race-plan-effort-attitude-judgment)